De kronieken van liefde, lust en afzien – Iradj – 7

Tureluurster/ april 10, 2024/ Geen categorie/ 0 commentaren

Iradj at zijn tiramisu met zichtbaar genoegen, maar er zat tristesse in zijn ogen. ‘Is het lastig om over haar te praten,’ vroeg ik.
Hij dacht er even over na. ‘Niet speciaal,’ zei hij toen. ‘Het is lastig om te praten over mijn thuisland. ‘Dan zie ik direct iedereen voor mij die ik daar achterliet. Ik heb het hier goed, ik ben hier graag, maar het gemis blijft.’ Hij schudde zijn hoofd, ging iets rechter zitten. ‘Maar je bent hier niet om naar gezeur te luisteren. Zal ik verder vertellen?’ Hij wachtte niet op antwoord. ‘De weken regen zich aaneen tot een maand. Ik werd prikkelbaar, had mijn gedachten niet meer op een rijtje, liep er de kantjes af. Teheran werd vaak gebombardeerd in die tijd. Wie de middelen had, was naar het platteland gevlucht. Tot ik naar het front moest, was het was mijn taak om te zorgen voor oudjes en mindervaliden die waren achtergebleven.’
‘Moesten niet alle jongens naar het front?’
Hij schudde van nee. ‘Nooit meer dan één per gezin. Mijn broer Ezzat was opgeroepen. Tot hij afzwaaide of sneuvelde, bleef ik vrij.’ Hij pauzeerde even. ‘Ik ben altijd goed geweest in “zorgen voor” zei hij toen, maar in die tijd liet ik steken vallen. Het was Farnaz die erover begon. Ze was 84, halfblind en slecht ter been. Ik deed boodschappen voor haar, en maakte haar huisje schoon. Niet veel werk, want haar paleisje – zoals zij het noemde –was amper tien vierkante meter groot.  Ik was bij haar aan het afwassen, en liet een theeglas vallen. Kapot, in stukken vaneen. Ik vloekte.
“Goed dat er geen politie in de buurt is,” lachte ze. “Khomeini zou je laten geselen voor zo’n godslastering.” En toen – ernstig – “Iradj, ik herken je niet meer. Ben je verliefd?”
“Ja,” zei ik. Gewoon omdat ze zo oud was, en zo broos, want ik had het nog tegen niemand verteld, ook niet aan mijn favoriete zus. Het was iets van mij, en van mij alleen.
“Wie is de gelukkige?”
“Dat weet ik niet.” En toen gulpte het hele verhaal eruit.
Na afloop bleef het lang stil. “Allah bracht haar op je pad,” zei Farnaz uiteindelijk, “en jij gaat haar nu moeten zoeken.”
“Een mier in een mierenhoop?”
“Schuim de markten af. Het is momenteel zowat de enige plek waar vrouwen legitiem zijn. Vooruit, op pad!” Ze boog zich over de kaftan die ze zat te herstellen – grotendeels op de tast – en wuifde me weg.’

 

Deel dit bericht

Reageer hier