Wijsheid van Anne Provoost
Ze kijkt op van het manuscript, neemt een slok koffie. Er gloeit moordzucht in haar ogen. …‘Je haalde bijna een derde weg’, zegt ze. ‘Van 360 bladzijden naar 250, en bij de helft van mijn zinnen maak je opmerkingen. Taal hier, taal daar, vervoegingen, perspectief. Wat moet ik met die bullshit? Word je daar opgewonden van, van mensen koeioneren?’ …Ik wik mijn woorden, slik ze tenslotte in. Een vaag schuldgevoel steekt de kop op. Ik weet hoe het voelt om afgekraakt te worden. Al die weken, maanden, jaren … voor niets. …‘Weet je hoelang ik hieraan gewerkt heb,’ raast ze door. ‘De hele vakantie. Bijna tien dagen! Tien verdomde dagen. Je kan de pot op!’ Ze grist haar papieren van tafel en beent de kamer uit. …Nog voor de deur achter haar dicht valt, is mijn schuldgevoel foetsie. Letterkakkers verdienen geen compassie! Ze zullen vast wel bestaan, schrijvers die even snel denken als ze typen, schrijvers die meteen de juiste woorden vinden, schrijvers zonder twijfels. Zelf ben ik ze nog niet tegengekomen. Ik weet zelfs niet of ik dat wil. Nee, geef mij maar Peter Verhelst, die me onlangs vertelde dat hij…
Lees verder...