Zot zijn enzovoorts 25 – één regelneef te veel!

Tureluurster/ juli 7, 2022/ Geen categorie/ 0 commentaren

“Paix et Calme. Vivre en toute liberté” stond er op een bordje bij de ingang van Camping Blavet. En wij, oenen, lieten ons verleiden, liepen met open ogen in de val.
Rust en kalmte met hopen, inderdaad. Op een stel Engelsen na, was er niemand. We snapten heel snel waarom. De eigenaar, een iel mannetje met de spitse trekken van een wezel, bleek een echte regelneef. Muntjes voor de douche, een pasje voor het gebruik van de toiletten, nog een pasje om het terrein te betreden of te verlaten, een elektriciteitsaansluiting met een tijdslot en een lijst van twee A-4’tjes met alles wat verplicht of verboden was. Hij nam er een kwartier de tijd voor om ons het waarom van al die regels uit te leggen.
Het was daar, op dat moment, tijdens de monoloog van meneer Wezel, dat we eensgezind de knoop doorhakten: we zouden deserteren, dit werd onze laatste nacht in het busje. Trop was (en is)  te veel!

De volgende dag zag de wereld er subtiel anders uit. Water vol regenboogjes, wolken zonder zwarte randjes, niets anders dan schoonheid om ons heen. Mijn lief oogde totaal ontspannen, de extra jaren die het busje op mijn schouders had geschoven, vielen weg. We ontbeten aan de oevers van de rivier, raakten in gesprek met een oude man die daar een pijpje zat te roken. Wat onze plannen waren?
We vertelden hem dat we waren weggevlucht van de kust, dat we dolende waren.
‘Dan moet je de Heiligen bezoeken,’ monkelde hij. ‘Les Saints. En daarna Huelgoat.’

Zijn tip bleek goud waard. La vallée des Saints in Carnoët is een magische plek. Sinds 2009 houwt een tiental beeldhouwers monumentale beelden van Bretonse heiligen, en al die beelden komen terecht op de heuvel van Sint-Gildas, waar ze kunnen uitkijken over het omliggende platteland.  Een hemel in graniet!
Huelgoat bleek al even magisch. Een plek die zo uit de oertijd geplukt kon zijn. Wild stromend water, waanzinnige rotsformaties en grotten, te midden van kilometers en kilometers bos.

Met tamelijk lamme benen kropen we tegen zonsondergang weer in ons busje, en zetten de radio op RKB, een Bretonse zender, een van de weinige waar je muziek krijgt, en geen oeverloos gezwets. En toen, na een riedeltje van de ene of de andere Franse charmezanger en hiphop in het Afrikaans, kwam er ineens verstaanbare praat uit die radio: ‘Hela Rattenkop, hé rattenkop, zijde gevallen?’
Er was al wel vaker een stoorzender opgedoken als we muziek luisterden. Onze gps-madam, Viviane, had de onhebbelijke gewoonte de radio uit te zetten en zichzelf op te dringen als we haar op non-actief hadden gezet, maar dit was geen koud Hollands geleuter. Dit was puur, onvervalst Vlaams.
‘Volgens mij is het Josse De Pauw,’ zei mijn lief.
Hij had gelijk (bewees Shazam). Daar – op weg van ergens naar nergens – werden we een kleine tien minuten door RKB getrakteerd op een fragmentje ‘Weg’ van De Pauw en Vermeersch.
Meer hadden we niet nodig om onze desertie goed te praten!
Van nu af aan werd het helemáál vakantie!

(wordt vervolgd)

 

 

Deel dit bericht

Reageer hier