De kronieken van liefde, lust en afzien – Maria – slot

Tureluurster/ februari 21, 2024/ Geen categorie/ 2 commentaren

Bij het afruimen van de tafel merkten we dat ze de drie foto’s onder de placemat had geschoven. Het deed een alarm bij mij afgaan.
‘Laat los,’ zei mijn lief. ‘Wat ze ook van plan is, het is goed overdacht, en jij moet daar niets aan proberen te veranderen.’
Hij had ongetwijfeld gelijk, al zat het me niet lekker.

Kerstavond was er eentje in mineur. De dag erna trokken we – tegen alle voorschriften in – naar Waasmunster. Geen haar op mijn hoofd dat eraan dacht ons ma alleen te laten die dag. Bij het tweede glaasje bubbels schoof ik de foto’s naar haar toe. Ze nam er – net zoals ik had gedaan – haar leesbril bij. Het bleef lang stil. ‘Ik was goed, hé?’ zei ze toen. Het klonk enigszins aarzelend.
‘Goed?’ zei ik. ‘Amai, ik begin me steeds meer vragen te stellen. Ma, hoe kwam je erbij?’
‘Ik weet niet. Dat ging vanzelf. Ik had compassie. Ze had het moeilijk.’ En toen, verdedigend, ‘het hielp haar.’
‘Wees gerust,’ zei ik. ‘Zonder jou zou haar leven veel triestiger geweest zijn. Dat zei ze zelf.’
‘Ik weet het.’
We aten zelfgemaakte vol-au-vent met frietjes, en als dessert rijstpap – ook zelfgemaakt. Daarna werden we huiswaarts gestuurd. ‘Genoeg regels overtreden vandaag, kinderen. Laat ons vooral het lot niet tarten.’

Twee dagen later kreeg ik telefoon van een notaris die ik niet bij naam wil noemen. ‘Spreek ik met mevrouw Ingrid Verhelst?’
‘Ja.’
‘Ik moet u meedelen dat Maria overleden is en dat …’ De man aarzelde even. ‘Het is een beetje raar wat ik nu ga zeggen, mevrouw.’ Hij slikte duidelijk hoorbaar een prop gêne weg. ‘Ze is bij Fons, ze draagt haar deux-pièces, en ze is zielsgelukkig. Het goud moet ge laten omsmelten tot twee trouwringen. Dat zei ze ook nog. Eentje voor u en eentje voor het schoon mannenmens.’ Hij kuchte. ‘Ik weet niet of …’
‘Ja,’ zei ik. ‘Dat is compleet duidelijk. Wanneer is de afscheidsdienst?’

We waren er alleen, mijn lief, mijn ma en ik. In een crematoriumzaal die plaats bood aan minstens vijfhonderd. Voor het eerst begreep ik écht hoe gruwelijk eenzaam de ouderdom kan zijn, en  – eveneens voor het eerst – was het overduidelijk dat ik moest doorgaan met het verzamelen van verhalen. Ik kon er geen levens mee redden, maar ik kon die levens wel bewaren voor het nageslacht. Bij deze …

Einde

 

 

Deel dit bericht

  1. Bedank om dit verhaal te delen Ingrid .

    1. En jij bedankt om me te lezen, Maria!

Reageer hier