Zot zijn enzovoorts 27 – Ivanov en Beleguic

Tureluurster/ juli 9, 2022/ Geen categorie/ 0 commentaren

Toen we ons met moeite hadden losgeweekt in Plougasnou was het hoog tijd om op zoek te gaan naar een kamer voor de nacht. Drie keer volgden we een pijltje ‘gîte à louer’ of ‘chambre d’hôtes’. Drie keer eindigden we in de leegte. Hemelse leegte weliswaar, maar niet geschikt om te slapen.
Ik haalde er booking.com bij, liep verloren in de overdaad.
Gewoon het aantrekkelijkste kiezen, leek het simpelste, maar dat kon ik niet, dat wilde ik niet. Ik wilde de beste koop, of liever nog: de goedkoopste.
Mijn lief zegt vaak dat hij nog steeds op zoek is naar een goede gebruiksaanwijzing voor het samenleven met mij. Om eerlijk te zijn… ik zou die gebruiksaanwijzing ook wel willen vinden. Tijdens  dat eindeloze scrollen van nachtplek naar nachtplek werd ik zot van mezelf. Langs de ene kant was ik dolblij dat ik die nachten niet langer moest doorbrengen in het busje, en tegelijkertijd voelde ik me behoorlijk schuldig over het ‘weggegooide geld’ (105 euro per nacht voor die doodskist – buiten seizoen!). Ik negeerde de voortkruipende wijzers van de klok, zocht stug verder, vond uiteindelijk een kamer in een privé huis voor 35 euro.
‘Zou je dat nu wel doen?’
Ik deed of ik het niet hoorde. ‘Volgende kruispunt rechts. We zitten er vlakbij.’
Mijn lief knikte – berustend. Ja, soms heeft hij écht wel veel geduld.

Een kwartier later stonden we in de voortuin van een smoezelig huis in een al even smoezelige straat, een voortuin die bestond uit een verzameling stekelstruiken, omzoomd met onkruid dat onze tenen kietelde. ‘Ivanov – Beleguic’ stond er op de brievenbus. Het oogde tamelijk onverenigbaar, onverteerbaar ook.
‘Halo.’ De stekelstruik ritselde open en onthulde een volslank vrouwmens in een roze plooirok die haar heupen nog imposanter maakte dan ze al waren, met daarboven een gifgroene blouse. Haar gezicht maakte veel goed. Niet mooi, wél vriendelijk – met achter het waterige blauw van haar ogen een zweem van argwaan, van onbegrip ook.  ‘You are looking for the mistress?’
Mistress? Meesteres? Mijn fantasie sloeg op hol. Een spion die werkte voor Poetin, en die het had aangelegd met een toverheks, waarna ze samen…
‘We are looking for a room,’ zei mijn lief.
‘Go in!’ Ze opende de deur.
’You are the mistress?’
‘No, no, no!’ Er volgde een verhaal over een dode zus, een weggelopen dochter, een man met een kort lontje, een boze vader, een ontsnapping naar Frankrijk. Van het ene moment op het andere sloeg haar stemming om – van bedrukt naar stralend, iets wat doorgaans alleen voor kinderen is weggelegd. ‘France is magic! I love it. Do you want tea?’ Ze gooide de deur open, gaf ons inkijk op een rommelige, vale hall.
‘We’ll wait. I am Didier.’ Mijn lief stak haar zijn hand toe.
Ze deinsde achteruit alsof hij een hond was die haar wilde bijten, drukte een nummer in op haar smartphone, voerde een kort gesprek. ‘They are coming,’ zei ze na afloop. Toen verdween ze weer in de struiken.

Tijd om het af te bollen?
Misschien.
Wij deden het niet. Avontuur blijft aanlokkelijk (ook al kan het slecht aflopen)
Wij bleven, en wachtten. Bijna drie kwartier. We maakten een praatje met de buurvrouw (voor de volle honderd procent normaal), slurpten ondergaande zon, zochten in elkaars ogen het antwoord op de vraag ‘stom of niet’.
En precies op het moment dat we woordeloos beslisten te vertrekken, kwam er een grote brulwagen de straat ingedraaid. Hij stopte voor het smoezelige huis, de portieren zwaaiden open, en daar waren ze: Ivanov en Beleguic!

(wordt vervolgd)

Deel dit bericht

Reageer hier