Lesje geleerd…

Tureluurster/ mei 29, 2020/ Geen categorie, Schrijven en ik/ 10 commentaren

Er zijn veel dingen waar ik slecht in ben. Ik kan geen Ikea-meubelen monteren (zelfs niet de allersimpelste), ik spreek geen enkele vreemde taal foutloos, ik slaag er niet in om een biefstuk saignant te bakken, ik kan niet naar De Kampioenen kijken zonder jeuk te krijgen…

Ik lig er niet wakker van. Wat ik niet kan, schuif ik tegenwoordig aan de kant. Ik koop kant-en-klaar-kasten, maak me verstaanbaar in koeterwaals, eet bonen in plaats van vlees en laat de televisie uit.

Op schrijfvlak maak ik het mezelf minder makkelijk. Daar voel ik constant de neiging om ook dingen te proberen die me niet echt liggen. Zo kan ik bijvoorbeeld niet vooraf een verhaal uitdenken. Het vage idee dat me op een bepaald moment naar de computer drijft, moet al schrijvende groeien.
Op zich is dat niet echt een probleem. Eerder het tegendeel. Omdat ik nooit vooraf weet wat er de volgende bladzijde zal gebeuren, blijft schrijven een ontzaglijk spannende bezigheid. Weet ik op een bepaald moment toch waar het verhaal heen gaat – meestal is dat ergens halverwege – dan is een stuk van de lol er meteen af.
Het vervelende is wél dat je geen synopsis kan schrijven als je niet weet waar een verhaal heen gaat. En laat het nu precies datgene zijn wat je moet inleveren als je een werkbeurs wil aanvragen. Vrij logisch natuurlijk. Die hoge omes van de subsidiecommissie willen uiteraard weten waar ze hun goeie geld aan zullen spenderen.

Dus zette ik me vorige winter toch maar aan het uitdenken van een consistente verhaallijn en aan het schrijven van een synopsis. Wat de drang naar geld al niet vermag!
;;; Pffffff…
Waar ik normaal gezien personages voor me zie van vlees en bloed, leek het nu of ik naar schaduwen keek op een gordijn. Klote om zo een wereld te moeten laten groeien. En toen dat eindelijk min of meer was gelukt, moest ik die pasgeboren wereld samen persen in een luciferdoosje.
Gruwelijk!

De subsidieverstrekkers dachten er precies hetzelfde over.
Hun verslag begon best goed: boeiend, actueel, relevant… Kortom: toverwoorden die de geldkraan moesten open krijgen. Toen ging het mis. Op basis van de synopsis vreesde de commissie een zwart-wit-beeld waaruit vooral angst voor nieuwe technologische ontwikkelingen sprak – wat geen goed verhaal kon opleveren.
De geldkraan bleef dicht.

Triest?
Nee, eerder hilarisch!
Blijkbaar was ik erin geslaagd om in die synopsis precies het omgekeerde te vertellen van wat ik bedoelde. Een talent apart!
Ik heb er wel wat uit geleerd. Voortaan ondergaan synopsissen hetzelfde lot als Ikea-meubelen en afgeleefde kampioenen: ze worden verbannen. En die drang naar geld verban ik ook.
Voor mij geen schaduwpersonages meer, geen luciferdoosjes.
Alleen nog het leuke werk! 

 

 

Deel dit bericht

  1. ‘Laat me mijn eigen weg maar gaan, ik heb het altijd zo gedaan’ (zong Ramses Shaffy ooit)

    1. Ik zing uit volle borst met hem mee. Maken we er een triootje van?

      1. Ja, ik doe mee of probeer dat toch en soms wordt het een beetje een hobbelig parcours, maar misschien leer je daar het beste lopen…

        1. Zeker weten!

  2. Streng maar rechtvaardig? Zoiets? Spijtig toch dat er in het verleden meer in deze zin bedenkelijke verhalen door de mazen van dit soort fijnmazige net geglipt: 1984, grapes of wrath, inderdaad ook brave new world…

    1. Klopt als een bus.

  3. Aldous Huxley zou met Brave New World wellicht ook te horen hebben gekregen dat zijn “zwart-wit-beeld waaruit vooral angst voor nieuwe technologische ontwikkelingen sprak, geen goed verhaal kon opleveren”. Je bent in goed gezelschap.

    1. Kijk, dat vind ik nu eens een opsteker! Bedankt André.

  4. Dat is meteen het Top-Antwoord 😉

    1. Blij dat je het met me eens bent, Geert!

Reageer hier