Onze grootste vijand – ook nu!

Tureluurster/ maart 17, 2020/ Schrijven en ik/ 6 commentaren

Ik zou graag uit de grond van mijn hart beweren dat het Corona-gedoe me koud laat. Het zou een leugen zijn, en ik wil niet liegen.
Nee, ik lig hier niet te kronkelen van angst. Het is niet eens het virus ‘an sich’ dat me bezwaart. Iedereen moet dood. Ooit. Of aan kanker, of aan een hartaanval, of aan Corona (ja, ja, momenteel mét hoofdletter), of aan ouderdom. Ik heb daar weinig problemen mee. Was iedereen ‘eeuwig’, dan was ik er niet geweest – wegens geen plaats.

Nee, het zijn vooral de consequenties van Corona die me de adem benemen: de boycot van ons (sociale en andere) leven. Al kan het ook zijn dat ik word gegijzeld door ‘het-Belg-zijn’ of door ‘het-ik-zijn’. Verboden geven me goesting…

Daarom deze parabel – met expliciete dank aan mijn tandarts Yonnie Sigiez die met dit verhaal het boren en pulken veel aangenamer maakte.

Lang-lang geleden, in de tijd dat de dood zich nog niet verstopte, reisde Meneer De Pest door het land. Op een sombere lentedag stond hij voor de poorten van Kadef.
De wachters stuurden hem weg. ‘Vergeet het’, zeiden ze. ‘Je komt er niet in.’
’Jullie hebben geen keuze’, zei De Pest. ‘Mag ik niet binnen, dan gaat de stad in vlammen op.’
’Hoeveel kom je er halen?’ vroeg de hoofdwachter.
’Honderd’, zei De Pest.
Uiteindelijk liet men hem binnen. Honderd leek een kleine tol.

De Pest slenterde op zijn gemakje door de stad, keek overal naar binnen, nam wat hij nodig had. Het dodental steeg van 20 over 40, 80, 100 en 150 naar 250.
Toen liep meneer De Pest terug naar de poort.
De hoofdwachter zette meteen een mes tegen zijn keel. ‘Je gaat eraan’, zei hij. ‘Honderd was de afspraak en jij nam er meer dan het dubbele.’
De pest schudde zijn hoofd. ‘Nee, ik hield me aan mijn woord.’
’En wie…’ begon de wachter.
Een man met een grijsgroene kapmantel stak zijn hand op. ‘Ik’, zei hij. ‘Ik nam de rest.’ Hij kon zijn plezier niet verhullen.
’En wie mag jij dan wel zijn?’ vloog de wachter uit.
’Ik?’ zei de vreemdeling, met een beminnelijke glimlach. ‘Ik ben de Angst.’

En nee, hoe juffig (nuffig?)  ik ook ben, ik geef geen uitleg. Doe wat moet gedaan worden, en laat jullie niet verlammen. Zeker niet door meneer A.

Deel dit bericht

  1. Passend! Bedankt om te delen Ingrid!

    1. Graag gedaan, Sofie. Het deed mezelf ook deugd!

  2. Merci, Ingrid. Dit lezen deed heel veel deugd!

    1. Martine, JOU weer computerartikels weten lezen, doet mij veel deugd!

  3. Dank je om dit te delen met ons Ingrid. Ik zond vanmorgen een berichtje naar mijn kinderen: als ik niet doodga van Corona of piekeren, dan is het door het gezaag (lees angst) van mijn collega. Zorg goed voor jezelf en je geliefden. Schrijf ze!

    1. Die angst is de echte pest, Chantal, en daar wil ik met al mijn kracht tegenin!

Reageer hier