Je verhaal in de juiste taal is géén stijlboek, evenmin is het een spraakkunst of een schrijfgids. Het is wat het is: een richtingwijzer.

Na meer dan twintig jaar lesgeven kon ik er niet meer omheen: dagelijks haalde ik dezelfde fouten uit diverse teksten. Dagelijks legde ik uit wat het verschil is tussen hen en hun, tussen die en dat. Dagelijks hoorde ik mezelf expliceren waarom een onvoltooid deelwoord niet past in een actiescène, en hoe je ervoor kan zorgen dat een tekst als coherent wordt ervaren.

Vandaar deze richtingwijzer.

De uitdaging?

Op een simpele manier uitleggen wat niet altijd simpel kan worden ‘aangevoeld’: lezerspsychologie, zinsontleding, woordontleding en stijlmissers.

Het resultaat is – ik zei het al – een richtingwijzer. Een boek dat je uitlegt waarom zin 1 vóór zin 2 staat, en niet erna. Waarom je tangconstructies vermijdt (en wat tangconstructies zijn!). Waarom je toch beter even in je goede oude grammatica duikt, alvorens je meesterwerk neer te pennen.