Oma begint.
Al wat kan drijven,
gooit ze op een hoop.
Een slakom, 
vier zwembanden,
tien badmutsen,
een tentzeil,
zes voetballen,
zes fietsbanden,
een tuinstoel,
zeventien plastic eendjes,
en wel honderd lege flessen.
Ze knipt alles in repen.
Van de repen breit ze een huis.
Met een breipen van wortel 
en een breipen van prei.

Het regent.
Het regent al drie weken.
Dag en nacht, zonder stoppen.

Alles wordt water, het land verdrinkt.
Alleen de berg staat er nog.

Boven op de berg staat het huis van oma Krul.
Oma Krul woont daar heel gezellig met Bram, paard Pardoens en slak Slip.

Dan gaat ook de berg kopje onder…

Een boek voor regendagen.