Hulp- en huppelloos – 3

Tureluurster/ oktober 20, 2025/ Geen categorie/ 0 commentaren

Ik moet er even slecht uit gezien hebben als ik me voelde. Binnen de kortste keren stonden er vier witjassen rondom mij: twee apothekers en twee assistenten. De jongste van de vier haalde een stoel en hielp me te gaan zitten. Ik legde uit wat er gebeurd was en dat ik een steunverband nodig had.
‘Die voet ziet zo blauw als een pruim,’ zei de oudste. ‘U moet naar de dokter, foto laten maken.’
‘Mijn voeten zien altijd blauw,’ zei ik. ‘Ziekte van Raynaud.’
Ze schudde bedenkelijk het hoofd, hielp me uiteindelijk toch aan – en in – een steunverband. ‘Hoe raakt u thuis?’
‘Met de fiets.’
‘Geen sprake van,’ zei ze. ‘Ik stop uw fiets in de auto en breng u naar huis.’
Zo geschiedde …

Ergens moet er bij mij een vijs loszitten. Hoe ik het ook probeer, ik kan níet nietsdoen, ook niet als ik verrek van de pijn. Na een half uur in de zetel, kriebelden er overal mieren onder mijn vel en verveelde ik me steendood. Ik wilde werken: teksten redigeren, mijn roman nog eens nalezen, bloggen. Voor mij de beste remedie tegen lichamelijk ongemak. Wat me toch nog een kwartier langer aan de zetel gekluisterd hield, was het feit dat mijn pc boven stond, 35 treden hoog, en dat ik al begon te zweten bij het idee van die klim.
Toch waagde ik het erop. Het was zottenwerk. Op handen en knieën naar de trap, op mijn kont naar boven, weer op handen en knieën naar mijn bureau. Ik moest een dik kwartier bekomen voor ik in staat was om de computer op te starten, en toen … gebeurde wat ik had gehoopt, het wonder dat Didier dissociatie noemt: de pijn verdween naar de achtergrond, ik ging aan het werk.

Het rottige was dat ik uiteraard niet eeuwig boven kon blijven. Rond een uur of twee liet mijn maag me weten dat ze dringend vulling nodig had. Ik sloot de pc af, en stond op, halvelings in de verwachting (noem het gerust valse hoop) dat die voet intussen weer zijn draai had gevonden.
Helaas, van zodra mijn tenen de vloer raakten, wist ik dat het weer kruipen zou worden. Ik maakte de helletocht naar beneden, dronk een kop soep en kreupelde naar de zetel.

(wordt vervolgd)

 

Deel dit bericht

Reageer hier