Reizen en zo – 2

Tureluurster/ juni 27, 2025/ Geen categorie/ 2 commentaren

 

Ik word op mijn wenken bediend. De dag erna hoor ik van de oogarts dat ik me dringend moet laten opereren. De druk in mijn linkeroog is schrikbarend hoog, het risico op blindheid reëel. Een nieuwe lens is noodzakelijk. Hij zet me op de lijst voor het einde van de maand.
Intussen heb ik een plan uitgedokterd. Suzy heeft gelijk: reizen op den bots is niets voor mij. Ik zal meteovista in de gaten houden, en aan de hand daarvan een route uitstippelen die ik verzwijg voor Didier. Dan krijgt hij zijn à l’improviste en ik krijg rust in mijn hoofd.
Plannen maken, is voor mij de helft van het plezier. Wegdromen bij mooie foto’s, fijne logeerplekken uitzoeken, ik doe niet liever. Deze keer is de weerkaart mijn gids. In een straal van vijfhonderd kilometer belooft Meteovista zon met wolkjes, rond de drieëntwintig graden, geen regen. Ik haal de kaart van Frankrijk uit de kast, en ga aan de slag.

De woensdag voor Hemelvaart wordt mijn oog geopereerd. Het directe resultaat valt tegen: veel mist. Het houdt me niet weg bij de computer. De eerste reisweek krijgt vorm, ik kijk ernaar uit, en ben zo stom om dat tegen Didier te zeggen.
‘Hoezo?’ De frons boven zijn wenkbrauwen wordt een ravijn. ‘We weten toch niet waar we heengaan?’
‘Toch wel,’ zeg ik. ‘Min of meer.’
Hij schiet uit zijn krammen. Dat ik moet stoppen met altijd de leiding te willen nemen, dat ik even dictatoriaal ben als Trump en Poetin, dat ik niet te doen ben.
Ik adem diep in en uit, tel tot tien, gooi mijn notities in de prullenmand. ‘Oké. Welke kant gaan we op bij de start?’
Er volgt een minutenlange stilte. Daarna ‘we zien wel.’
‘Ja, maar, rijden we richting Holland of Frankrijk? Denemarken of Duitsland? Ook zonder doel moet je richting kiezen bij het vertrek.’
‘Jij bent altijd de gids,’ zegt hij.
‘Nu dus niet. Kijk waar de temperatuur je aanstaat, en boek in elk geval een overnachting voor het pinksterweekend, want vorige keer was alles in die periode volzet.’
De daaropvolgende stilte lijkt eeuwen te duren. Dan vist hij mijn papiertje uit de prullenmand. ‘Jij je zin, maar ik wil de reisweg niet weten.’

Deel dit bericht

2 Commentaar

  1. Ik voel me ondertussen heel verwant met jou: zelfde probleem met mijn oog, gelukkig nog niet dringend. Bovendien klinkt dat “we zien wel” me heel bekend in de oren. Ik houd daar ook niet van.

    1. In dat geval zal je nog wel meer herkenbaars tegenkomen, denk ik;-)

Reageer hier