Reizen en zo – 1
Het is half mei, de kersen kleuren lichtroze en de wijn in onze glazen smaakt naar zon.
… ‘Het lijkt wel zomer,’ zegt Suzy. ‘Gaan jullie op reis dit jaar?’
… ‘Begin juni.’
… ‘Frankrijk?’
… ‘Geen idee. Waar de wind ons brengt.’
… ‘Op den bots? Jij?’ Suzy kijkt me ongelovig aan.
… ‘Didier wil het zo.’
… ‘Sinds wanneer ben jij volgzaam?’
… Ik schiet in de lach, leg haar uit dat Didier absoluut geen hitte wil, en dat we onze reisplannen laten afhangen van het weer.
… Suzy blijft sceptisch. ‘Ik geloof er niet in. Nee, ik geloof er niet in. Dat wordt een ruziereis, Ingrid. Zonder iets van voorbereiding? Allez, jong. Je gaat overal verloren lopen, je zal niets interessants zien, en je zal moeten overnachten in vlooienkoten.’
… De zucht die mij ontsnapt, lijkt vanuit mijn tenen te komen. ‘Ik zei precies hetzelfde tegen hem. Hele avond ruzie. Hij is mijn voorbereidingsgedoe beu, zegt hij. Een organische vakantie, dat wil hij.’
… We drinken ons glas leeg, nemen afscheid.
De rest van de dag loop ik te piekeren. Het probleem is dat ik Didier eigenlijk wel versta. Het reizen waarvan hij droomt, is het reizen zoals ik dat deed in de jaren zeventig, à l’improviste. Indertijd steevast richting zuiden, toen nog zonder het risico levend gebraden te worden. Ik was jong, had nog niets van de wereld gezien. Alles was nieuw, alles was ontdekking, alles was super, zowel de schots en scheve huizen van Troyes, het Escurial in Madrid als een simpele schorpioen in Assisi. En slaapplaats… die vond je overal.
Nu, vijftig jaar later, liggen de kaarten enigszins anders. Ik heb intussen zo veel gereisd, zo veel gezien dat nieuwigheden schaars worden, en het massatoerisme heeft ontzettend veel verknoeid. Elke ontdekking, omringd door souvenirwinkels, drukt me met mijn neus op de feiten: ik ontdek niet, ik werd gelokt, gemanipuleerd.
Misschien heb ik nieuwe ogen nodig, de ogen van een twintiger (of van een kind) voor wie de wereld open ligt.
(wordt vervolgd)
Hoe herkenbaar.
Wij zijn eind mei vertrokken met de camper. Vrijheid, blijheid was het devies. Niks van. In deze tijden kan je moeilijk nog “op de bots” op vakantie. Ben benieuwd naar jullie wedervaren.
Het werd supersnel duidelijk dat ‘op den bots’ meer nadelen dan voordelen had, Didier draaide dus heel snel bij;-)
Leuk! Weer een nieuw verhaal.
Mijn ogen hebben er zin in 😁.
Bij mij zijn het vooral de vingers die popelen …